Verdeling van het pensioen
Sinds 1995 is de Wet
Verevening Pensioenrechten (WPV) van kracht. Deze wet werd in het
leven geroepen omdat scheidingen vaak oneerlijk verliep als het om de
pensioenrechten ging. De man werkte en bouwde pensioen op, de vrouw
was thuis voor de kinderen en bouwde geen pensioen op en bleef na de
scheiding misdeeld achter omdat de man zijn hele pensioen mocht
houden. De WPV maakte hieraan een einde en regelt de manier waarop
het pensioen moer worden verdeeld bij een echtscheiding. In officiële
termen heet die verdeling verevening.
De wet bepaalt dat je bij
een scheiding van na 1 mei 1995 recht heb op de helft van het tijdens
het huwelijk opgebouwde pensioen, tenzij je dat expliciet hebt
uitgesloten in de huwelijkse voorwaarden.
Als je voor 1 mei 1995
huwelijkse voorwaarden hebt gemaakt waarin pensioen niet in de
gemeenschap valt, dan bestaat toch het recht op verevening van
pensioen, tenzij je er expliciet afspraken over hebt gemaakt. Alleen
huwelijkse voorwaarden die na 1 mei 1995 zijn opgemaakt en afspraken
in een convenant kunnen in feite pensioen verevening nog
uitsluiten.
Veel mensen denken ten onrechte dat de wet ervoor
zorgt dat je de helft van iemands hele pensioen krijgt. Te verdelen
valt echter alleen het bedrag dat tijdens een huwelijk is opgebouwd.
Iemand die al veertig jaar werkt en pensioen opbouwt en nog maar tien
jaar getrouwd is, houdt het opgebouwde pensioen over de eerste dertig
jaar gewoon zelf en deelt het pensioen uitsluitend over die tien
jaar.
Echtscheidingen voor 27 november
1981
De WVP geldt ook voor scheidingen die voor 27 november 1981
plaats hebben gevonden, maar dan moet je wel voldoen aan de volgende
criteria:
Het huwelijk moet minimaal achttien jaar hebben geduurd.
Tijdens het huwelijk war er tenminste een kind jonger dan eenentwintig van (een van beide) echtgenoten.
Er is geen compensatie verleend voor het ontbreken van pensioenopbouw.
De scheiding moet voor 1 mei 1997 aan het pensioenfonds zijn gemeld.
Echtscheidingen tussen 27 november 1981
en 1 mei 1995
Is de echtscheiding tussen 27 november 1981 en 1
mei 1995 ingeschreven, dan is het zogeheten Boon/Van Loon-arrest van
toepassing. De Hoge Raad besloot dat de opgebouwde rechten tot de
datum van de scheiding moesten worden gedeeld. Het addertje onder het
gras is echter dat het alleen opgaat als je in gemeenschap van
goederen was getrouwd.
Aan pensioen verevening zijn verschillende regels verbonden:
Pensioen ontvang je pas als degene die het pensioen opbouwt vijfenzestig wordt. Een minpunt is dat als het pensioen minder dan 285 euro per jaar bedraagt er helemaal niets wordt verevend. Soms is er conversie mogelijk met het bedrag waarop je op het moment dat de ander vijfenzestig wordt, recht heb zonder zelf al pensioen gerechtigd te zijn.
Heb je allebei een pensioen opgebouwd, dan vind de verdeling per opgebouwd pensioen plaats. Dit als je daar geen andere afspraken over heb gemaakt in de huwelijkse voorwaarden.
Is degene die pensioen opbouwt al vijfenzestig op het moment van scheiding, er wordt er dus al pensioen uitgekeerd, dan heb je recht op verevening.
Overlijdt degene die het pensioen opbouwt voordat hij of zij vijfenzestig is , dan ontvangt de ander het volledige pensioen.
Overlijdt degene die het pensioen opbouwt na zijn of haar pensioen dan heeft de ander recht op het volledige bedrag.
Alleen de pensioenen die onder de Pensioen en Spaarfondsen wet vallen kunnen worden verevend.
De Pensioenfondsen zijn verplicht mee te werken aan de verdeling van de pensioenrechten. Het kan gebeuren dat je ex de benodigde gegevens niet wil geven, hoewel dit wel wettelijk verplicht is. Als dit gebeurd zit er niets anders op dan een advocaat te nemen en naar de rechter te stappen. Je maakt aanspraak op de verevening tot op het moment van de scheiding. Als de ander in de jaren na de scheiding meer gaat verdienen telt dit niet mee in de verevening.
Verdeling pensioen buiten de wet
om.
Volgens de WVP mag je van de standaard verevening afwijken als
je daar afspraken over maakt in de huwelijkse voorwaarden of het
convenant. Je kunt bijvoorbeeld wanneer je jarenlang hebt
samengewoond en daarna pas bent gaan trouwen, een andere, vaak
langere periode voor verdeling te kiezen. Je kan ook kiezen om af te
wijken van de fifty-fifty verdeling en een ander verdeel percentage
toepassen. Je kan er ook voor kiezen om het pensioenrecht nu al uit
te betalen en af te kopen. Je moet hierbij wel in gedachte houden dat
er dan belasting betaald moet worden. De wettelijke regeling voor de
standaard verevening is wel belasting vrij, bij afwijkende afspraken
kun je te maken krijgen met aanslagen en aftrekposten.
Nabestaandenpensioen en
echtscheiding
In de WVP is geregeld dat bij echtscheiding de
partner van de pensioen-opbouwer recht heeft op een
nabestaandenpensioen. Na echtscheiding wordt het nabestaandenpensioen
omgezet in een zogeheten bijzonder nabestaandenpensioen. De hoogte
van dit pensioen is afhankelijk van de duur van het huwelijk, na
echtscheiding wordt bij een eventueel volgend huwelijk geen volledig
nabestaandenpensioen meer opgebouwd. Op het totale
nabestaandenpensioen wordt immers het pensioen gedeelte dat een ex
krijgt in mindering gebracht.
Het nabestaandenpensioen bedraagt
zeventig procent van het ouderdomspensioen.